Israël / het Joodse volk

We geloven dat we – als “gelovigen uit de heidenen” een speciale (geestelijke familie-) band hebben met het volk en het land Israël. Dat betekent natuurlijk niet dat we achter alle keuzes staan van de staat Israël.

Een paar gedachten, die natuurlijk niet volledig zijn:

We realiseren ons dat dit thema niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

Het voortdurende conflict in het Midden-Oosten herinnert ons steeds opnieuw aan de centrale plaats die Israël inneemt in de wereldgeschiedenis. De Bijbel laat zien wat God van ons verwacht wordt wanneer Hij bezig is met het herstel van Israël: ‘O Here, verlos uw volk, het overblijfsel van Israël!’. Van ons wordt verwacht dat we gaan bidden voor verlossing van Israël. God is daarin duidelijk wát Hij vraagt. Hij zegt niet alleen ‘bidt voor Israël’, maar zegt in Jeremia 31:7 specifiek: ‘Bidt voor hun verlossing’.

“Bidt Jeruzalem vrede toe: Mogen wie u liefhebben rust genieten… Om mijn broeders en mijn vrienden wil ik zeggen: Vrede zij in u. Om het huis van de HERE, onze God, wil ik het goede voor u zoeken”  Psalm 122:6,8,9

Het is belangrijk om te weten dat Jeruzalem in de Bijbel de navel van de aarde genoemd wordt (Ez 38:12) en dat het de plaats is waar God in het midden van zijn volk wil wonen.  Maar Jeruzalem is ook de plaats waar alles straks in vervulling gaat komen. Het huis van de Heer dat weer op de berg Sion zal staan. Een huis van gebed voor alle volken! En op het zelfde moment bidden we om de komst van de Messias. Hij is de Vredevorst en als Hij komt zal ’groot de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David’ (Jesaja 9:6).

De Bijbel roept ons op om in de dag, maar ook in de momenten van de ‘nacht’, de zware tijden dus, Israël in gebed te brengen bij God:

“Jeruzalem, ik heb wachters op je muren gezet die nooit zullen zwijgen, dag noch nacht. Jullie die een beroep doen op de HEER, gun jezelf geen rust en gun hem evenmin rust, totdat hij Jeruzalem weer heeft gegrondvest en haar roem op aarde heeft bevestigd.” Jesaja 62:6-7

We mogen een beroep doen op de Heer en zijn geroepen om God te mogen herinneren aan Zijn beloften. Hij heeft de uitvoering van zijn heilige wil op een of andere wijze verbonden aan onze stem.

 

 

Daarom bidden we geregeld ook voor Israël. We hebben op dit moment geen vast moment daarvoor ingepland.